Curator viarum

In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Curator viarum verkennen. Vanaf het begin tot aan de invloed ervan vandaag de dag wekt dit onderwerp grote belangstelling en nieuwsgierigheid bij individuen van alle leeftijden. Door middel van een gedetailleerde en uitgebreide analyse zullen we de meest relevante en significante aspecten met betrekking tot Curator viarum behandelen, waardoor de lezer een breed en verrijkend perspectief wordt geboden. Op dezelfde manier zullen we de impact ervan op verschillende gebieden onderzoeken, van cultuur tot wetenschap, inclusief de relevantie ervan in de hedendaagse samenleving. Uiteindelijk probeert dit artikel licht te werpen op Curator viarum en het belang ervan in de wereld van vandaag.

Een curator viarum was een Romeins ambtenaar. Hij was een van de twee curatores (behorende tot de Vigintisexviri) die toezicht hielden op de viae (Romeinse wegen).

Deze curatores waren oorspronkelijk waarschijnlijk voor speciale gelegenheden aangesteld en schijnen altijd beschouwd te zijn als ambtenaren en niet als functionarissen die de praktische kant van het onderhoud uitvoerden. Maar vanaf het begin van de zesde eeuw van de stad werden er regelmatig afgevaardigden aangesteld, wier enige plicht de zorg voor de wegen was: vier (quattuorviri viarum) overzagen de straten binnen de muren, en twee (curatores viarum) de wegen daarbuiten. Toen Augustus de magistrates minores hervormde, nam hij deze eerst op in het vigintiviratus en schafte deze laatste af. Maar toen hij zelf de zorg van de viae rond de stad op zich nam, stelde hij onder zich twee wegenmakers aan (ὁδοποιοῦς / hodopoioũs), personen met de rang van praetor, aan wie hij twee lictors toewees. Deze werden vermoedelijk opgenomen in het aantal van de nieuwe hoofdopzichters van openbare werken die door hem waren ingesteld en zouden vanaf die tijd voortaan van hun plichten worden ontheven, die onder het toezicht en de controle van de curatores of inspecteurs-generaal stonden.

Noten

Referentie

  • W. Ramsay, art. Viae, in W. Smith (ed.), A Dictionary of Greek and Roman Antiquities, Londen, 1875, p. 1193.